vrijdag 25 oktober 2013

Onverteerde kennis

Universiteiten zijn van oudsher onderwijsinstituten. Studenten worden er opgeleid om op academisch niveau een maatschappelijk gewaardeerd beroep - arts, jurist, leraar, etc. - uit te kunnen oefenen. Het verschil met de 'hogere vakscholen' (zeg: HBO-opleidingen) is altijd geweest dat aan de universiteiten ook onderzoek wordt gedaan en dat studenten er een persoonlijke algemene vorming ('Bildung') krijgen, die breder en dieper is dan de specialistische vakkennis die aan de hogere beroepsopleidingen wordt verworven. Deze verbreding en verdieping van de universitaire opleidingen is zo'n twee eeuwen geleden in het leven geroepen door Wilhelm von Humboldt.
In de afgelopen vijftig jaar is die algemene academische vorming aan de universiteiten steeds meer onder druk komen te staan, door de sterk toegenomen specialisering en de neiging om vooral vakkennis over te dragen. Universitaire opleidingen zijn schoolser geworden en academische vorming wordt gezien als iets uit het verleden (of voor de vrije tijd). Het gaat om kennisoverdracht, in de vorm van hapklare brokken, die bij het ontbreken van een persoonlijk integratief kader 'onverteerd in de buik rammelen' (de uitdrukking is van Max Scheler).


Een goed academicus is tegenwoordig in de eerste plaats een onderzoeker, iemand die de wetenschap verder wil brengen. Dat was de boodschap van Werner Raub, socioloog en decaan sociale wetenschappen aan de Universiteit Utrecht, op 23 oktober 2013 voor de honoursstudenten sociale wetenschappen - het Von Humboldt (!) College. 'Goede sociale wetenschap is in de kern toepassing van de methodologische spelregels van Popper, Lakatos etc.' Hij is blij dat tegenwoordig minder gediscussieerd wordt over grondslagen van de sociologie, en dat zelf onderzoek doen nu voorop staat. Dat vergroot de kans om te kunnen meedoen met de internationale competitie in je vakgebied.


De universiteiten zijn er dan in de eerste plaats voor fundamenteel, empirisch onderzoek. Studenten moeten belangrijke generieke 'tools ' meenemen uit hun opleiding: methoden en statistiek, en ook 'een cursus logica of wiskunde is niet verkeerd', aldus Raub. Over reflectie en algemene vorming geen woord - dat leidt maar af van het echte werk. Zouden aldus opgeleide studenten werkelijk succesvolle sociale wetenschappers worden? Misschien wel in eigen kring, binnen de internationale onderzoeksgemeenschap. Op de sociale actoren die zij bestuderen, de gewone burgers, zullen zij weinig indruk maken. Die verwachten van sociaal wetenschappers in de eerste plaats praktische wijsheid, gebaseerd op concrete en precieze kennis van de maatschappelijke context en op grondig verwerkte inzichten uit hun academische studie. Geen onverteerde kennis dus of nodeloos abstracte en ingewikkelde theorieën over alledaagse zaken.



woensdag 4 september 2013

Tien jaar Over de grenzen van disciplines

Vandaag begon de cursus Over de grenzen van disciplines aan zijn tiende jaar, in een overvolle (en veel te warme) zaal achterin het Ruppertgebouw. Wat vinden studenten na één jaar ASW van hun studie, was een van mijn vragen. Een studente vond de studie 'erg wetenschappelijk'. Bij navraag bedoelde ze: het is leuk dat je al in het eerste jaar onderzoekjes doet. Een andere studente vond het prettig om kennis uit verschillende sociale wetenschappen voorgeschoteld te krijgen, waarop een ander reageerde met: 'je moet dan wel je inspannen om de zaken met elkaar te verbinden, en de samenhang te zoeken'. Een derde studente (ja, de heren waren nogal stilletjes vandaag) was het opgevallen hoezeer disciplines in beweging zijn, in plaats van - wat je zou denken - dat ze voorgegeven en vastliggende eenheden vormen.


Ik heb uitgelegd dat het bij ASW niet zomaar gaat om interdisciplinariteit als een soort kunstje, of als een poging om superieur te doen tegenover de disciplines. Het is vooral een poging om greep te krijgen om de complexe, sociale werkelijkheid. De vragen en problemen die zich daarin voordoen zijn vanzelf al interdisciplinair: er is geen menselijk probleem te bedenken dat niet een beroep doet op de denkkracht van verschillende disciplines.

De sociale wetenschappen vormen misschien wel het spannendste gebied in de wetenschappen: sociaalwetenschappers onderzoeken hun medemensen, maar die laten zich niet alles wijsmaken. Van deze wetenschappers worden dus extra inspanningen verwacht om de geloofwaardigheid van hun vakgebied op peil te houden. Het is dan buitengewoon pijnlijk als een collega roet in het eten gooit, door de zaak te belazeren. De publieke reactie op de fraude van de sociaalpsycholoog Diederik Stapel illustreert het gemak waarmee tot dan toe gerespecteerde tradities in de sociale wetenschappen een diepe val kunnen maken - en het hele gammacontinent heeft daar last van. 

De affaire vraagt om bezinning op de toestand van de sociale wetenschappen. Ik heb daartoe in mijn boek De publicatiefabriek (2013) een poging gewaagd. Een aantal centrale thema's uit hoofdstuk 10 van Over de grenzen van disciplines worden daar aan de hand van de casus 'Stapel' geïllustreerd en toegelicht. Het boek heeft ook een eigen weblog, klik hier


zaterdag 18 mei 2013

De publicatiefabriek

Op 30 mei verschijnt mijn boek over de betekenis van de affaire-Stapel. Het heeft een eigen weblog gekregen, dat net als het boek 'De publicatiefabriek' heet. Ik wil er de actualiteit van het wel en wee aan de universiteiten bijhouden, in het bijzonder waar het de sociale wetenschappen betreft. Hun reputatie heeft door de fraude van Stapel een flinke deuk opgelopen, maar dat is niet in alle opzichten terecht. Tegelijkertijd staan de sociale wetenschappen wel voor de opgave hun sociale reputatie te verbeteren - niet door het inschakelen van communicatie-adviseurs, maar door het vergroten van hun relevantie. Making social science matter, is het devies.

Met De publicatiefabriek heb ik geprobeerd een diagnose te stellen die strategieverbetering mogelijk maakt, en in die zin is het een vervolg op Over de grenzen van disciplines. Op de site van De publicatiefabriek staan foto's, reacties en links naar radio- en tv-optredens, maar ook mijn commentaar op recente ontwikkelingen en discussies over fraude en integriteit.. Neem eens een kijkje, en reageer! Nogmaals de link: http://depublicatiefabriek.blogspot.nl/ 

vrijdag 10 mei 2013

Verder kijken dan een neus lang


Onder die titel verscheen in het meinummer van De Psycholoog een recensie van Over de grenzen van disciplines (klik hier voor de lange versie van deze recensie). De bespreking werd geschreven door de psycholoog Nico Metaal, die ooit tekende voor het veelomvattende boek Psychologie: De stand van zaken. Metaal constateert dat binnen de opleidingen sociale wetenschappen de aandacht voor reflectie over fundamentele vraagstukken is geminimaliseerd: 'De meeste docenten zijn er niet meer voor geëquipeerd, en de meeste studenten zijn er niet in geïnteresseerd.' Hij verwelkomt Over de grenzen van disciplines als 'een boek tegen de tijdgeest in'. Tegelijkertijd zijn er redenen om niet vrolijk te worden van het boek, aldus Metaal: 'Dat ligt niet aan de auteur, maar aan de onmacht van de sociale wetenschappers' - onmacht om vooruitgang te bewerkstelligen ten aanzien van de centrale vraagstukken van de sociale wetenschappen (methodologie, wetenschap en praktijk, en het doorbreken van disciplinegrenzen).

De voornaamste kritiek van Metaal geldt de hoge informatiedichtheid van het boek. Die vraagt veel van de lezer en leidt soms tot duizelingen. Per saldo oordeelt Metaal echter positief: 'Abma heeft een geloofwaardig, boeiend en prettig leesbaar betoog geschreven over kwesties die verder gaan dan de neus van de doorsnee sociale wetenschapper lang is. Hij problematiseert, brengt nuances aan, poneert zijn mening, en lokt impliciet de lezer uit om het desgewenst met hem oneens te zijn.'  De gemiddelde sociale wetenschapper zal het misschien een zorg zijn wat er buiten de eigen discipline gebeurt zolang hij of zij daarbinnen erkenning vindt maar, zo schrijft Metaal, dat laat onverlet dat 'studenten, wetenschappers en vakbeoefenaren die de vorming tot intellectueel van weleer hebben moeten missen, met dit boek een stimulerend begin kunnen maken zich in de breedte en de diepte bij te spijkeren'.

Wat mij betreft is dit de spijker op de kop: achter Over de grenzen van disciplines gaat een buitengewoon rijke internationale literatuur schuil over de geschiedenis van en de huidige stand van zaken in de sociale wetenschappen (zie de uitgebreide bibliografische notitie in het boek). Het boek is dus eerder een aansporing tot verder studeren dan een laatste woord. Het klimaat binnen de sociaalwetenschappelijke opleidingen is voor dat 'verder studeren' momenteel niet erg gunstig: de tijd is kort en de programma's zitten vol met verplichte onderdelen die niet erg uitnodigen tot reflectie op het vak.

Toch moet het gebeuren. Sinds de affaire-Stapel is er veel onrust in de sociale wetenschappen en niet alleen binnen de sociale psychologie. Allerwegen wordt er opgeroepen tot bezinning op de gangbare onderzoeks- en publicatiepraktijken, maar de meningen over hoe het verder moet zijn verdeeld. Bij fraudegevallen gaat men, na uitdrijving van de fraudeur, het liefst zo snel mogelijk over tot de orde van de dag, maar dat lijkt in dit geval minder gemakkelijk. In mijn boek De publicatiefabriek, dat op 30 mei a.s. verschijnt, laat ik zien waardoor dat komt: de affaire-Stapel heeft enkele open zenuwen geraakt in de sociale wetenschappen.